Ben jij een Ivar zonder kruis?

Wat niemand je vertelt over hypermobiliteit.

"Nee hoor, ik ben juist erg stijf". Veel van mijn klanten zijn verbaasd als ik zeg dat ze erg flexibel zijn in hun gewrichten. Grappig genoeg gaat dat vaak samen.
Als je hypermobiel bent, zijn je gewrichtsbanden en pezen te soepel. Je gewrichten krijgen daardoor niet genoeg steun en worden te bewegelijk. Je spieren raken sneller overbelast, omdat ze harder moeten werken om je gewrichten stabiel te houden. Gevolg: pijnlijke en stijve spieren.

Bij hypermobiliteit denken mensen aan schouders die makkelijk uit de kom gaan of polsen die zo buigzaam zijn dat je je duim tegen je onderarm aan kan vouwen. Maar zoals met alles, er zijn gradaties. Als je vrij makkelijk dingen kan als je knie naar je borst brengen, de grond raken als je voorover buigt en je voelt je toch stijf, dan zou je wel aan de hypermobiele kant kunnen zitten. Ook altijd met door gestrekte knieën staan of een in elkaar gezakte houding kunnen hierop wijzen. Je zit dan officieel misschien niet in het hypermobiltieit spectrum, maar je hangt er wel tegen aan.

Hypermobiliteit hoeft geen klachten te geven, maar zeker naarmate je ouder wordt, kan je er meer last van krijgen. De overbelasting van bepaalde spieren worden patronen, ook hier speelt sensomotorisch geheugenverlies (zie een eerdere blog). Kort gezegd: je lichaam raakt zo gewend aan een bepaalde mate van spierspanning, dat het gewoon wordt en je niet eens meer weet hoe het anders kan.

Wat heeft dit nou met die Ivar te maken?

Ik denk dat iedereen wel eens een Ivar in elkaar heeft gezet, de iconische stellingkast van Ikea. Je hebt een paar staanders, daar doe je wat van die pinnetjes in en daar leg je vervolgens planken op. Kast klaar zou je denken, maar als je ‘m dan rechtop zet, zie je hoe wiebelig hij is. Als de staanders precies rechtop staan gaat het nog wel, maar je hoeft ze maar aan te raken en de boel valt om. Die constructie met die pinnetjes geeft geen stevigheid aan de kast, hij gaat makkelijk uit zijn verband. De kast is in feite hypermobiel:). De oplossing is het kruis: Je verbindt beide staanders met elkaar door middel van een kruis (een x-vorm). Ineens heb je een stabiele kast die gewoon blijft staan, ook als je ‘m belast met bv boeken.

Je romp is te vergelijken met de Ivar. Gelukkig zit je lichaam wat geavanceerder in elkaar dan een Ikea kast, maar het principe blijft hetzelfde: Je hebt een aantal dwarse constructies, onder andere je bekken, je middenrif en je schoudergordel. En je hebt in plaats van twee stramme staanders één flexibele centrale as: je wervelkolom. Niet erg stabiel. Als je daar ook nog eens een stel ledematen en een hoofd aanhangt wordt de boel nog instabieler, zeker als je beweegt. Dat voelt tamelijk onveilig voor je lijf. Je spieren spannen onwillekeurig aan om omvallen te voorkomen. En je ledematen helpen mee, door ook aan te spannen. Dat voelt stijf aan.

Stel je voor dat je een kruisverband in je lichaam zou hebben. Dat zou het leven een stuk makkelijker maken. Je spieren hoeven niet continue te werken om overeind te blijven en je ledematen kunnen ontspannen.

Het mooie is: je hebt dat kruis in aanleg in je. Het is je core, het centrum van je lichaam. Dat heb je als baby hebt ontwikkeld, zodat je uiteindelijk genoeg stabiliteit had in je romp om te gaan staan (zie een eerdere blog). Door onze zittende leefstijl en andere factoren is onze core vaak verzwakt, maar hij is makkelijk weer te activeren. En dat kan je doen met eenvoudige, fijne somatische oefeningen (die ik je kan leren).

Het belangrijkste van je core is niet zozeer dat de spieren die hierbij betrokken zijn heel erg sterk zijn, maar dat hun onderlinge coördinatie klopt. Dat kruis van die Ikea kast bestaat uit twee dunne pootjes en dat is afdoende. Je zou er niets mee opschieten om daar dikke eiken balken voor te gebruiken. Wat wel belangrijk is, is dat die twee pootjes precies in het midden met elkaar verbonden zijn. En dat ze even sterk zijn, want anders krijg je scheefstand. Het gaat dus meer om de juiste afstemming dan om kracht.

En zo is het precies in je romp. Spieren die te weinig doen, moeten weer aan de slag, spieren die te hard werken mogen ontspannen. Zodat je een goed ontwikkeld kruis krijgt waarvan de leden goed op elkaar zijn afgestemd en samenwerken. Dat geeft samenhang en stevigheid → kracht. Als je centrum op orde is, heb je geen overbodige spierspanning nodig om in balans te blijven. Dat scheelt een boel in hypermobiliteitsklachten.

Somatische oefeningen waarbij je je focust op voelen wat er gebeurt in je lichaam, in plaats van gedachteloos wat oefeningen te doen, zijn hier bij uitstek geschikt voor.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.